






Study with the several resources on Docsity
Earn points by helping other students or get them with a premium plan
Prepare for your exams
Study with the several resources on Docsity
Earn points to download
Earn points by helping other students or get them with a premium plan
Community
Ask the community for help and clear up your study doubts
Discover the best universities in your country according to Docsity users
Free resources
Download our free guides on studying techniques, anxiety management strategies, and thesis advice from Docsity tutors
Various economic decision-making scenarios, including the prisoner's dilemma, long-term relationships, price wars, and government regulation. It also covers topics such as buying vs. renting a home and retirement planning. definitions, examples, and analysis of each scenario, as well as the factors that influence decision-making. It is a useful resource for students studying economics or related fields.
Typology: Summaries
1 / 11
This page cannot be seen from the preview
Don't miss anything!
Samenvatting hoofdstuk 7 Samenwerken 7 .1 Het gevangenendilemma Hoe herken je een gevangenendilemma?
Het komt vaak voor dat het eigenbelang conflicteert met het collectiefbelang. Zo’n belangentegenstelling kan worden geanalyseerd met behulp van de ‘speltheorie’. Een hulpmiddel bij van de analyse is een beslisboom of een pay-offmatrix.
Wanneer iedere ‘beslisser’ een dominante strategie voert, leidt dat voor de individuele beslisser tot het beste resultaat (Nash-evenwicht). In deze situatie kan er een conflict zijn tussen eigenbelang en collectiefbelang, omdat het gezamenlijk belang een beter resultaat voor een ieder oplevert dan de dominante strategie aangeeft.
Er kunnen zich situaties voordoen waarin er géén sprake is van een dominante strategie; er zijn dan meerdere Nash-evenwichten.
7 .2 Langetermijnrelaties Wat is de invloed van de duur van de relatie op economische beslissingen?
Er moet onderscheid worden gemaakt tussen situaties die zich slechts eenmaal voordoen en situaties die zich steeds weer voordoen. In dat laatste geval hebben beslissers steeds weer met elkaar te maken. Bij dergelijke langetermijnrelaties kunnen partijen zich zélf gedwongen voelen een beslissing te nemen, die rekening houdt met de belangen van anderen (coöperatief spel). Hierbij spelen zelfbinding, reputatie en sociale normen een rol.
Bij langetermijnrelaties is het resultaat sterk afhankelijk van de omstandigheid of beslissingen simultaan dan wel sequentieel worden genomen. Bij sequentiële beslissingen kunnen partijen door zelfbinding en ‘geloofwaardige dreiging’ elkaars coöperatief gedrag afdwingen.
7 .3 Prijzenoorlog Beconcurreren supermarkten elkaar via het prijsniveau?
Sinds het begin van de 21ste eeuw is de concurrentie tussen Nederlandse supermarktketens verhevigd. Naast assortiment en vestigingsplaats wordt door een aantal vooral de nadruk gelegd op het eigen prijsniveau in vergelijking tot dat van de marktleider.
7. 4 Wanner is overheidsregulering noodzakelijk? Wanneer is regulering door de overheid wenselijk?
Conflicten tussen eigenbelang en collectiefbelang kunnen soms door partijen zelf worden opgelost – zie paragraaf 7.2, in bepaalde gevallen is overheidsregulering noodzakelijk of wenselijk. Dat is onder meer het geval bij:
Samenvatting hoofdstuk 9 Intertemporele ruil: gezinnen 9 .1 Jong geleerd, oud gedaan Welke vormen van ruilen over de tijd kunnen we in gezinnen aantreffen?
De financiële levenscyclus geeft een eerste indruk van het spaar- en leengedrag in gezinnen. Aanvankelijk worden schulden opgebouwd door bijvoorbeeld te gaan studeren en een woning te kopen. Later worden die schulden afgelost, zodat een positief vermogen kan worden opgebouwd. Op latere leeftijd kan dat vermogen weer afnemen omdat het pensioen lager is dan het laatst genoten loon.
Een investering met geleend geld is altijd een vorm van intertemporele ruil. Er wordt inkomen naar voren gehaald met het oog op kapitaalvorming. Kapitaal heeft meerdere betekenissen: geldkapitaal, fysiek kapitaal, sociaal kapitaal.
Een belangrijke manier om inkomen ‘naar voren te halen’ is het volgen van een opleiding, het vormen van human capital. Onderwijs is een investering die doorgaans loont, aangezien meer onderwijs zich doorgaans vertaalt in een hoger inkomen en een bijdrage levert aan de persoonlijke ontplooiing. Daar komt bij dat onderwijs positieve externe effecten heeft: scholing zorgt voor een hogere productiviteit, waardoor de welvaart in een land kan toenemen.
9 .2 Sparen en lenen Op welke manier beïnvloeden sparen en lenen onze huidige en toekomstige bestedingsmogelijkheden?
Zowel bij sparen als bij lenen heb je te maken met het verschijnsel rente of interest. Interest kan enkelvoudige zijn of samengesteld. Bovendien kan de rente gecorrigeerd worden voor inflatie, waardoor je de reële rente krijgt.
Met behulp van een intertemporele budgetlijn kunnen de effecten van sparen en lenen in kaart worden gebracht. Sparen is consumptie uitstellen en inkomen naar de toekomst schuiven. Lenen is toekomstig inkomen naar voren halen en nu consumeren. De rente of interest is de opbrengst dan wel de prijs van respectievelijk sparen en lenen.
Met behulp van een 'twee-perioden-analyse' kunnen de effecten van sparen en lenen zichtbaar worden gemaakt. Wie van een huidig inkomen een bedrag van € 100.000 spaart, kan in de toekomst een bedrag van € 100.000 × (1 + r ) extra consumeren. Wie € 100.000 leent, kan in de toekomst € 100.000 × (1 + r ) minder consumeren.
Op langere termijn geeft de reële rente een goed beeld van de effecten van ruilen over de tijd.
9 .3 Huren of kopen? Welke motieven spelen een rol als het gaat om het kopen of het huren van een woning?
De huurmarkt wordt gedomineerd door de socialehuurwoningen, voor een kleiner deel bestaat deze markt uit vrijesectorwoningen. Intertemporele ruil doet zich vooral voor op de markt voor
koopwoningen en wel in het bijzonder als er een hypothecaire lening wordt opgenomen. Het huishoudbudget wordt lange tijd beïnvloed door de noodzakelijke aflossingen en rentebetalingen.
Twee soorten hypotheken zijn in verband met de mogelijkheid van hypotheekrenteaftrek vooral van belang, de lineaire en de annuïteitenhypotheek. Bij een lineaire lening wordt elke periode hetzelfde bedrag afgelost. Daarom wordt ook het bedrag aan te betalen rente steeds kleiner. Bij een annuïteitenlening wordt elke periode eenzelfde bedrag betaald, bestaande uit rente en aflossingen. Aanvankelijk is het bedrag aan rente nog hoog, hetgeen aantrekkelijk kan zijn in verband met de hypotheekrenteaftrek.
Bij de beslissing over huren of kopen spelen uiteraard meer factoren een ril naast de financiële. De kwaliteit en de locatie van de woning kan belangrijk zijn, evenals de relatieve vrijheid die huren biedt.
9. 4 De oudedagsvoorziening Op welke manieren kunnen we voorzien in een inkomen na het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd?
Door een veranderende bevolkingsopbouw stoppen we steeds later met werken. Het inkomen na de pensioengerechtigde leeftijd bestaat uit drie pijlers: de AOW, het bedrijfspensioen en eigen besparingen.
De AOW is een basispensioen voor iedereen. Iedereen die lang genoeg in Nederland heeft gewoond heeft recht op dit staatspensioen. De financiering gebeurt via het omslagstelsel, d.w.z. de AOW-premie wordt zo vastgesteld dat de AOW-uitkeringen in een bepaald jaar eruit gefinancierd kunnen worden.
Het bedrijfspensioen wordt opgebouwd via een werkgever bij een pensioenfonds. De financiering gebeurt via het kapitaaldekkingsstelsel. Werkgever en werknemer sparen samen voor het pensioen. Pensioenfondsen staan onder toezicht van De Nederlandsche Bank en moeten zich houden aan een bepaalde dekkingsgraad. Komt die in gevaar, dan moeten de uitkeringen worden verlaagd en/of de premies worden verhoogd.
Zelfstandigen, zzp'ers bijvoorbeeld, bouwen geen bedrijfspensioen op en kunnen hun AOW- uitkeringen aanvullen met eigen besparingen.
De economische indeling van de collectieve uitgaven kijkt vooral naar het onderscheid tussen bestedingen en overdrachten. Bestedingen leggen beslag op productieve middelen van de samenleving, denk aan investeringen in de infrastructuur en het in dienst hebben van ambtenaren. Overdrachten zijn uitkeringen, betaald uit eerder afgeroomd inkomen.
De uitgaven in verband met de staatsschuld vormen een aparte categorie, waarbij de aflossingen niet tot de uitgaven worden gerekend.
Een andere indeling is gebaseerd op de organisatorische onderdelen van de collectieve sector. De collectieve-uitgavenquote meet de uitgaven ten opzichte van het bruto binnenlands product. Deze quote nam na 2008 snel toe, om daarna via bezuinigingen weer te dalen.
10. 4 Tekort en schuld Hoe ontstaan het tekort van de collectieve sector en de staatsschuld?
Het financierings- of EMU-saldo ontstaat doordat de collectieve uitgaven niet gelijk zijn aan de collectieve lasten. Binnen de EMU is de norm voor het financieringssaldo 3% van het bbp.
Een tekort leidt tot lenen op de kapitaalmarkt en tot het ontstaan van staatsschuld, ook wel EMU-schuld genoemd. De staatsschuld- of EMU-schuldquote meet de omvang van de staatsschuld ten opzichte van het bruto binnenlands product. In de EMU is de norm voor de staatsschuld 60% van het bbp.
Over de vraag of de overheid een tekort mag hebben of dat de staatsschuld een last is, verschillen de meningen. Hier staat het zuinige-huisvader-argument tegenover bijvoorbeeld het stimuleringsargument (Keynes). Voor een land als geheel is de staatsschuld vooral een last als een groot deel van die schuld in buitenlandse handen is.
Samenvatting hoofdstuk 11 Risico en verzekeren 11 .1 Risicoaversgedrag en verzekeren Wat is het verband tussen financiële risico’s en verzekeringen?
In het dagelijks leven loop je veel (financiële) risico’s. De een probeert die risico’s te mijden, een ander neemt ze doelbewust. Je kunt onderscheid maken tussen:
Met behulp van een schadeverzekering kun je tegen betaling van een premie de financiële gevolgen van (grote) schade verminderen. Een schadeverzekering berust op solidariteit : de gezamenlijke verzekerden betalen met hun premie de uitkering aan degene die schade heeft.
11 .2 Moral hazard en averechtse selectie Hoe beïnvloedt verschil in beschikbaarheid van informatie het gedrag van de partijen die betrokken zijn bij een verzekering?
Juiste en voldoende informatie over product en marktpartij(en) zijn noodzakelijk om een verantwoorde beslissing te nemen over aanschaf en prijs. Wanneer een van de marktpartijen over meer informatie beschikt dan de ander is er sprake van asymmetrische informatie. De onzekerheid die hieruit voortvloeit kan ertoe leiden dat het betreffende product van de markt verdwijnt; er is dan averechtse selectie.
Samenhangend met het gebrek aan informatie is de mogelijkheid dat een verzekerde zijn gedrag verandert, waardoor het risico (voor de verzekeringsmaatschappij) groter wordt ( moral hazardgedrag ).
11 .3 Particuliere verzekeringen Wat zijn de kenmerken van enkele veel afgesloten particuliere verzekeringen?
Je kunt vrijwillige en verplichte verzekeringen onderscheiden. Verplichte verzekeringen vloeien voort uit een bepaalde situatie, zoals het bezit van een motorvoertuig (WAM-verzekering), of het bereiken van een bepaalde leeftijd (zorgverzekering). Door een verzekering verplicht op te leggen wordt averechtse selectie vermeden en is er (meer) solidariteit tussen ‘goede’ en ‘slechte’ risico’s.
Bij een vrijwillige verzekering is de keus om je te verzekeren vrij. Voorbeelden van dergelijke verzekeringen zijn AVP (aansprakelijkheidsverzekering particulieren), een reis- en annuleringsverzekering, de motorrijtuigenverzekering (het cascogedeelte; de WAM-verzekering is verplicht), woonverzekeringen en aanvullende zorgverzekeringen.
11. 4 Sociale zekerheid Wat zijn de hoofdlijnen van het Nederlandse socialezekerheidsstelsel?
Samenvatting hoofdstuk 1 2 Risico, beleggen en ondernemen 12 .1 Beleggen in aandelen Wat zijn de voor- en nadelen van beleggingen in aandelen?
Een spaarrekening bij een in Nederland gevestigde bank is, mede door het depositogarantiestelsel , een ‘veilige’ belegging. Een belegging in effecten – onder meer aandelen en obligaties zijn meestal meer risicovol, maar geven vaak ook meer rendement.
Iemand die belegt in aandelen deelt in het ondernemingsrisico. De prestaties van de onderneming bepalen in belangrijke mate de waarde van het aandeel. Winstgevende ondernemingen keren meestal een deel van de winst uit aan de aandeelhouders in de vorm van dividend.
Het rendement dat een belegger in aandelen behaalt, kan worden uitgedrukt in het ‘dividendrendement’ en het ‘aandelenrendement’.
Het toezicht op de financiële sector – onder meer de aanbieder van veel beleggingsproducten – is geregeld in de Wet op het Financieel Toezicht. Toezichthouders zijn: De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.
12 .2 Beleggen in obligaties Wat zijn de voor- en nadelen van beleggingen in obligaties?
Belegging in (bedrijfs)obligaties is minder risicovol dan belegging in aandelen. Vooral de belegging in staatsleningen van ‘betrouwbare’ landen worden als risicoloos beschouwd. Obligaties geven jaarlijks een vaste rente (de couponrente) op en worden meestal aan het eind van de looptijd afgelost.
De prijs waartegen obligaties worden verhandeld is vooral afhankelijk van de couponrente, de actuele rente en de (resterende) looptijd. In het algemeen geldt:
12 .3 Ondernemingsrisico’s en winst Waarom streven ondernemingen naar winst?
Ondernemen betekent risico’s lopen. Deze risico’s zijn onder meer:
Een onderneming kan op den duur alleen blijven bestaan, wanneer deze winst maakt. Een belangrijke drijfveer hierbij is de continuïteit van de onderneming.
12. 4 Risico en ondernemingsvorm Hoe krijg je inzicht in de financiering van een onderneming?
Een ondernemings balans geeft inzicht in de financiering van de onderneming op een bepaald tijdstip. Deze financiering gebeurt met eigen vermogen en vreemd vermogen.
Eigen vermogen staat de onderneming permanent ter beschikking; vreemd vermogen is een schuld en moet (eens) worden terugbetaald.
Wie aansprakelijk is voor de nakoming van de verplichtingen van de onderneming, is afhankelijk van de rechtsvorm van de onderneming. Je kunt onderscheiden:
Enkele vormen van vreemd vermogen zijn:
De solvabiliteit van een onderneming geeft antwoord op de vraag of de onderneming over voldoende eigen vermogen beschikt om de schulden te kunnen voldoen.
12. 5 Principaal-agentrelatie Wat is een principaal-agentrelatie en hoe kan de informatieachterstand van de principaal worden verkleind?
Bij veel economische relaties is sprake van opdrachtgever en opdrachtnemer. In deze relatie kan zich asymmetrische informatie voordoen:
Een middel om moral-hazardgedrag te minimaliseren is ervoor te zorgen dat de beloning van de agent (werknemer) zo aantrekkelijk is dat hij niet te risico wil lopen zijn baan kwijt te raken.